zaterdag 20 september 2008

Op de markt...

Geniet u ook zo, dezer dagen? Kraakheldere, friswolkige herfstluchten, lekker zonnetje, de zoete nagalm van de klap waarmee het grenzeloze marktdenken tegen de muur gelopen is... Een heerlijke herfst, kortom. Die willen we elk jaar wel. Want zeg nu zelf, hoe gelukkig word je als burger van een wereld waar de markt regeert? Niet erg, leert mijn eigen ervaring. En dan heb ik het niet eens over mijn werkkring in de zorg, waar, zoals Marijnissen ooit zei, maar één ding aantoonbaar beter wordt van de marktideologie, namelijk het inkomen van de bestuurders. (Je zou bijna weer SP gaan stemmen. Bijna). Nee, ik denk eerder aan hele dagelijkse dingen. De trein. De post.

Het spoorlijntje Nijmegen-Roermond is sinds enige tijd in handen van de firma die zich met groot zelfinzicht Veolia Transport noemt. Als je bij Veolia in de trein stapt kan er geen twijfel over bestaan: je maakt geen gebruik van vervoer, je wordt op transport gesteld. De start was al niet bemoedigend. De reiziger dacht even in het spoorwegmuseum te zijn beland toen hij mocht instappen in benauwde, veel te kleine, afgeschreven Wadlopertreintjes waarvan het interieur stonk als een portiek in een prachtwijk, en die op de lijn naar Bombay-Buiten nog gemeden zouden worden om de drukte en de smerigheid. Oeps. Klein hikje in de bedrijfsplanning - de beoogde nieuwe treinstellen kwamen helaas een beetje later dan bedoeld.

Ruim een jaar later.

Toen ze ten langen leste arriveerden slaakte iedereen een zucht van verlichting, maar de vreugde was van korte duur. De nieuwe treinstellen glimmen mooi en zien er met hun grote ramen fris en uitnodigend uit; maar binnen zijn de zitplaatsen zo dicht op elkaar gestouwd dat je alleen maar kunt hopen op goed gewassen en liefst enigszins aantrekkelijke buren, gezien het verplichte knietjevrijen met de overkant en het warme lichaamscontact met andere belendende reizigers. Dat de treinstellen tijdens de rit vervaarlijk heen en weer schudden is misschien minder erg, want als je weer eens moet staan is er toch geen ruimte om om te vallen. Intussen prijs je je gelukkig dat je in elk geval mee mocht, want Veolia’s aanbod is zo succesvol en populair dat het is ook al wel is voorgekomen dat de trein was uitverkocht en reizigers op het perron moesten achterblijven.

De post, nog zoiets. Je beleeft vooral de meest kleurrijke avonturen wanneer je, zoals yours truly, alleen nog maar in de boekhandel komt om te kijken wat je op internet voor de helft van de winkelprijs gaat bestellen (ja hoor, soms werkt de markt wèl) - ik zeg, op internet gaat bestellen zodat je een regelmatig ontvanger bent van pakketpost. Vroeger, toen de PTT gewoon nog een staatsbedrijf was, kwam de postbode langs; trof je overdag niet thuis; deed ’s avonds een tweede poging; en lukte dat ook niet, dan kon je het pakket de volgende dag op het postkantoor afhalen. Simpel en doeltreffend. Nu is het maar de vraag wie je pakket komt brengen. Dikke kans dat het een louche type is van Selektvracht die maar één doel heeft, dat pakje kwijtraken, maakt niet uit hoe. Hij wordt namelijk betaald per afgeleverde zending. Afgeven bij buren is zodoende routine geworden, daar doet TNT ook vrolijk aan mee, dus tegenwoordig fungeert de halve buurt als postdistributiekantoor voor elkaar. Hopen dan maar dat je niet naast de Tokkies woont, of naast van die verstrooide lieden die (echt gebeurd) doodleuk zeggen, "goh, goed dat je het nu komt halen want we vertrekken morgen voor vier maanden naar Griekenland."

Lukt het bij de buren niet, dan zijn creatievere maatregelen nodig. Eén beproefde methode is om het boek gewoon uit zijn verpakking te halen en beide vervolgens los van elkaar door de brievenbus te proppen. Kijk, dan past het wel! Op deze handelwijze aangesproken kijkt onze Mercurius me verontwaardigd aan: “Meneer, die pakjes vallen vanzelf open.” Natuurlijk. Niet teveel meer van zeggen, hij ziet er nogal woest en ongeschoren en pas gerehabiliteerd uit en mensen hebben wel voor minder een mes tussen hun ribben aangetroffen. Gelukkig hoeft ik de confrontatie met de bezorger niet altijd aan. Ik heb een pakketje ook wel eens gevonden achter een bloempot naast de voordeur.

Als een zending helemaal niet aankomt is dat jammer, want je komt er met geen mogelijkheid achter welke postdienst je daarop aan moet spreken, en ze weten desgevraagd allemaal van niks.

Aldus de geneugten van de markt. Waar dat op den duur naar toe gaat kun je in de VS zien. Vroeger, toen je nog telefooncellen had (voor de jeugd: hele grote, niet-mobiele iPhones zonder touchscreen, vastgemonteerd in glazen hokjes, voor openbaar gebruik), heb ik wel eens geprobeerd in een telefooncel op een New Yorks trottoir te bellen. Onmogelijk. Al je quarters waren lang en breed verteerd voordat je met de operator nog maar halverwege de onderhandelingen was over de vraag via welke telefoonmaatschappij je wilde bellen.

Dan Amerikaanse televisie. Ik kijk bij ons al niet naar de commerciëlen; de minachting voor de kijker ligt er gewoon te dik bovenop, de hypocrisie van de markt wordt iets te goed voelbaar, de amechtige schijn dat het allemaal om jou, de klant draait, wordt al te veel overschaduwd door de werkelijkheid dat het gaat om de centen, altijd en alleen maar om de centen. Dus elk kwartier word je er uitgegooid voor een langgerekt blok reclame, en zelfs daarbuiten wordt het beeld, toch al half bedekt door ondertitels, toenemend verder geruïneerd met logo’s en opflitsende reclames voor wat er later allemaal nog komt. De bedoeling is dat je daardoor blijft kijken, anders rinkelt bij RTLs en trawanten de kassa niet, maar het effect op mij is precies omgekeerd.

Toch kan het veel erger. In Nederland kun je met een beetje inspanning nog de illusie in stand houden dat de reclame een middel is om de uitzending mogelijk te maken. In de VS is de balans allang omgeslagen en doet niemand nog een poging te verhelen dat de TV-programmering niet meer is dan een excuus, een noodzakelijke kapstok om reclames aan op te kunnen hangen. Elke uitzending is in zoveel stukken geknipt dat je snapt waarom ADHD tegenwoordig epidemisch is. Tussen de snippers vind je dat waar het om draait: reclame, reclame, reclame. Spotjes die bijna allemaal gaan over pillen tegen depressie, stress en ED (ja, denk daar maar eens over na), afgewisseld met reclames van advocaten die u beloven uw geld terug te halen bij al die firma’s en instanties die u belazerd hebben. En als u nog niet wist dat u belazerd wordt bieden ze ook graag hun diensten aan om u daarvan op de hoogte te brengen.

Ik ga nog even door hoor, I’m on a roll (en dan bedoel ik niet dat ik broodbeleg ben). Nog zoiets: “Enjoy your meal, enjoy your flight, enjoy your stay.” Klinkt bekend? Als naïeve Hollander kun je nog denken dat het vriendelijkheid is, maar dat is het niet. Het is een bevel. Kwestie van klemtoon - die ligt op het bezittelijk voornaamwoord. Het is je heilige kapitalistische plicht te genieten van whatever it is dat je van je zuurverdiende centjes hebt aangeschaft. Nu is het van jou, en nu zul je er ook geneugte uit peuren, tot de laatste snik! Vandaar de uitvinding van de doggy bag. Die je hard nodig hebt, want je wordt soms zo onpasselijk van het bedienend personeel dat je geen hap meer door je keel krijgt. Het is maar de vraag wat erger is – chagrijnige obers en serveersters in voormalig communistische contreien die het worst zal wezen of je het naar je zin hebt, want ze krijgen hun hongerloontje toch wel betaald; of Amerikaanse waiters en waitresses die manische theaterstukjes voor je opvoeren ten behoeve van de fooi, als honden die pootjes geven en doodliggen in de hoop op een been. Je zou kunnen zeggen dat de Oostblokjongens en -meisjes tenminste hun waardigheid nog een beetje behouden.

Laatste voorbeeld. Markt als ploerterige klantbelazerij. Uit een New Yorks room service menu: “Carnegie Benedict. Two poached eggs served with slices of filet mignon and béarnaise sauce. $25,-.” Dat lijkt u wel wat. Dus u denkt een lekkere Carnegie Benedict te verorberen, heerlijk onderuit op uw bed terwijl u die pillen tegen ED nog eens overweegt, en dat voor maar vijfentwintig dollar. Ik denk het niet. U heeft over de voetnoot heen gekeken die in subtiele, kleine lettertjes en zonder nadere verwijzing de onderrand van de pagina siert. “All room service orders are subject to 3.75% sales tax, 18.5% service charge and $3.50 room delivery charge.” Bovendien verwacht de brenger van het lekkers natuurlijk ook nog een fooi. Zodoende zult u merken dat die heerlijke Carnegie Benedict in het echt niet vijfentwintig, maar minstens vijfendertig dollar kost. Laat die ED-pillen maar zitten; u moet een van die advocaten hebben, en snel!