Er bestaat muziek waar je fysiek niet goed van kunt worden, jazeker, zelfs buiten de disco. Soms is dat de bedoeling van de componist, soms juist helemaal niet. In die betreurenswaardige laatste categorie valt deze maagwringende cross-over strijkkwartet extravaganza van Terry Riley. Drie kwartier weeïge, Oosters angehauchte elevator music, waar als je denkt dat je alles gehad hebt de bespeelster van de pipa ook nog een zelfbedacht kinderliedje begint te zingen. O ja, dat vergat ik te vermelden: The cusp of magic is geschreven voor strijkkwartet en pipa, zeg maar, een chinese luit – als je er maar iets oosters inkiepert komt de wijsheid en diepzinnigheid vanzelf, moet Riley gedacht hebben. De misselijkheid ook, helaas. In twee van de zes delen bedienen de verschillende spelers bovendien, geheel à la Leopold Mozart, een arsenaal aan speelgoedinstrumentjes. Burps. Het is echt een beetje teveel flauwekul op een hoop. Pas in het laatste deel, waar het strijkkwartet eindelijk gaat strijkkwartetten, hoor je nog een beetje dat Riley ooit een meester in dit genre was, toen hij het machtige en monumentale Salomé dances for peace schreef. Nu lijkt hij me rijp voor een zoetsappige sekte of een langdurig verblijf in Plopsaland, wanneer al niet voor het huisje.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)