zaterdag 13 september 2008

Maximaal minimalisme

Het minimalisme heeft in de muziek een paar prachtige dingen voortgebracht, aardig wat onzin, en een heleboel stomvervelende herhaling. Wie deze alweer bijna gedateerde stroming wil horen in de volle kracht van haar mogelijkheden kan het niet beter treffen dan met Simeon ten Holts Canto Ostinato – voor net zoveel piano’s als u wilt, maar minstens twee. De componist is vandaag 85 geworden; hem nog vele jaren wensen is ongelikte scherts, maar deze muziek, kun je je voorstellen, is voor de eeuwigheid. Ik zou bijna zeggen, deze muziek is de eeuwigheid.

De stemming die Canto Ostinato oproept is moeilijk te beschrijven. Het is een muzikaal panta rei, waarin je als luisteraar diep en aangrijpend doordrongen raakt van een besef van leven en beweging, van komen en gaan, van de tijd die voortgaat en wat dat betekent. Er wordt steeds gebalanceerd op de rand tussen voorzichtige hoop en weemoedige herinnering; net als bij Schubert zweeft de muziek in een schemerzone tussen majeur en mineur, met zacht verglijdende wendingen die tranen uit je hart knijpen, als heimwee. Heel, heel langzaam, zo langzaam als de uitvoerenden maar willen of durven, vallen de puzzelstukje op hun plek en ontstaat misschien wel de onvergetelijkste melodie uit de Nederlandse muziek. En ook die is niet te duiden: teder opgewekt, of doordrenkt van melancholieke nostalgie?

Beide.

Ik raak er niet op uitgeluisterd. Deze muziek gaat ook altijd mee op reis omdat ze zo goed past bij reizen, omdat ze zelf een reis is. Mooiste luistermoment tot op heden: op mijn klapbedje in de nachttrein van Peking naar Xi’an, terwijl buiten het raam een groot, donker, onbekend land voorbijflitste.

Meneer ten Holt, innig dank.