woensdag 29 oktober 2008

Viespeuken

Ik word een beetje moe van al die onheilsprofeten op TV. Vandaag was het weer raak. We consumeren met zijn allen in Nederland twee keer zoveel als zou moeten; we gebruiken natuurlijke bronnen zodoende tweemaal sneller op dan Moeder Aarde ze kan aanvullen. Heel erg allemaal, maar dit is toch geen nieuws? Brandstoffen raken op, ijskappen smelten, straks, als de Siberische permafrost verwatert ontsnapt een catastrofale bel methaangas en is het leed helemaal niet te overzien, het is allemaal best heel verschrikkelijk. Als het zo doorgaat zijn we er dadelijk met zijn allen niet meer om er zo’n lekkere janboel van te maken.

Maar het enige dat we doen is erover jeremiëren. We zijn net van die hypochonders die wekelijks naar de huisarts rennen om zich weer eens lekker te beklagen over hoe rot het leven is, maar heus niet van plan zijn maar een vinger op te tillen om het wat minder rot te maken. Klagen is tenslotte veel te fijn. Er is geen regering ter wereld die bereid is de stappen te nemen die echt nodig zijn, en zo’n regering komt er ook niet. Dan moeten we namelijk iets doen wat we niet eens meer in staat zijn te denken: krimpen in plaats van groeien. Minder consumeren en produceren in plaats van meer. Die kredietcrisis is precies wat we nodig hebben, alleen lang niet erg genoeg, maar iedereen schreeuwt moord en brand.

Niettemin, als mensen hun vierde vliegvakantie even laten zitten zijn we eindelijk op de goeie weg; nou de derde en de tweede nog. En niet alleen dit jaar, maar voorgoed. Want daar moet het naartoe. Een quotum op het aantal toegestane vliegmijlen. Eén auto per huishouden, maximaal. Een bovengrens aan het aantal elektrische apparaten dat op één adres tegelijkertijd ingeschakeld mag zijn. Bonboekjes voor energieslurpende apparatuur. Een verbod om je met een auto op de weg te begeven waar minder dan drie personen in zitten. Verplicht werken op fietsafstand van je woning. Vleesprijzen verzesvoudigen. Echt, het is allemaal tamelijk simpel, je wint alleen de verkiezingen niet met zo’n eco-fascistisch programma, want na ons de zondvloed.

Dus gaat dat allemaal nooit gebeuren. We jammeren wel, maar met volle mond, want dat biefstukje smaakt zo lekker. En als het wereldleed ons echt teveel wordt stappen we ter afleiding nog maar eens in het vliegtuig naar Paaseiland of een ander exotisch oord waar weliswaar niks te beleven is maar dat zich wel voortreffelijk leent om de buren de ogen mee uit steken. Dat gaan steeds meer Chinezen, Indiërs en Brazilianen bovendien ook doen, en wie zijn wij om dan het vermanende vingertje op te steken? Mogen zij ook een beetje meepikken van de geneugten waarmee wij al decennialang de natuur om zeep helpen?

En weet u, het is allemaal niet erg. Zo gaat het al eonen lang. Soorten verschijnen en verdwijnen en de mens is ook maar een soort. Moeder Aarde hoeven we niet te beschermen, die is kordaat genoeg om haar eigen zaakjes te regelen: als wij er een zootje van maken ruimt ze ons zonder pardon op, en in wat voor haar een oogwenk is ligt haar woonkamertje er dan weer fris en ongerept bij.