zondag 7 december 2008

Statistiekemerds

Jane Goldman is een hippe, eigentijdse meid met een fluorescerende haarspoeling en een neuspiercing bovendien; een kranige tante die je zo ziet uitspatten in het wildere uitgaansleven, u weet wel, waar het best leuk is als je maar de goeie drugs achter de kiezen hebt, en die zich zeker niet met een kluitje in het riet laat sturen. Het is dan ook aanvankelijk wat verrassend dat juist zij zich heeft toegelegd op het kritisch onderzoeken van paranormale fenomenen, want afgezien van haar overstelpende, gul geëtaleerde wiebelboezem is er aan Jane helemaal niets dat naar het bovennatuurlijke zweemt. Jane Goldman Investigates wordt daardoor natuurlijk alleen maar fascinerender TV.

(Jane is overigens ook, maar dat terzijde, de wederhelft van TV-presentator Jonathan Ross, die recent de nationale schande van het Verenigd Koninkrijk werd nadat hij in een radioprogramma onnette telefoontjes had gepleegd naar acteur Andrew Sachs, u beter bekend als Manuel uit Fawlty Towers. Ross had op Sachs’ antwoordapparaat de boodschap achter gelaten dat zijn partner in crime, komiek Russell Brand, van bil was gegaan met Sachs’ kleindochter – een inderdaad onsmakelijke suggestie zoals iedereen kan betuigen die Brand wel eens heeft gezien. De kleindochter in kwestie, Georgina Baillie, was diep in heur frêle kuisheid geraakt, maar kon verder niet rechtstreeks reageren omdat ze op tournee was met haar dansgroepje, The Satanic Sluts. Het in-keurige meisje treedt daarin op onder haar artiestennaam, Voluptua. Enigszins verrassend bijkt overigens dat het niet zo is dat ze niet stout is geweest met Brand, het was alleen niet de bedoeling dat opa dat wist. De Engelsen zijn, zo zie je maar weer, grootmeesters in het schandaalmaken uit niets. Maar dat, nogmaals, terzijde).

Onlangs was onze ondernemende Jane, misschien ter afleiding van de familieperikelen, op onderzoek uit in de Old Queen’s Head Pub in Islington, een oude uitspanning die behalve door de gebruikelijke binge drinkers ook gefrequenteerd wordt door het in Engeland min of meer verplichte spook, in dit geval de geest van een klein meisje dat in een wapperende jurk door de gangen rent. Maar die details waren Jane onbekend, althans, dat beweerde ze bij hoog en bij laag en waarom zouden we iemand met zo’n eerlijke haarkleur niet geloven? Ervan uitgaande dat Jane inderdaad niet even op internet had gespiekt was het best indrukwekkend dat ze, op geleide van een medium, helemaal vanuit haar eigen intuïtie kwam aanzetten met precies dit beeld, van een klein meisje in iets fladderend wits. Spooky!

Maar nu komt het. Pal nadat Jane haar intuïtieve beschrijving van het spook had gecompleteerd, en nadat het medium, dat het natuurlijk weten kan, had bevestigd hoe precies dit beeld klopte, verscheen een buitengewoon intrigerende tekst in beeld. Die luidde: “De kans om dit spontaan goed te raden is 1 op 15.000”.

Huh?

Daar word ik nieuwsgierig van. Wie heeft dat uitgerekend, en hoe dan wel? Als je spontaan moet raden naar wat er rondspookt in een oude pub, welke 15.000 opties doen zich dan voor? Ik zou zo op het eerste gezicht denken dat het aantal mogelijkheden een stuk beperkter is. Spoken worden namelijk, weet ik als trouwe fan van Jane en andere paranormale informatiebronnen, vrijwel zonder uitzondering beschreven als menselijke gedaantes. De enige details die Jane intuïtief toevoegde waren de jeugdigheid van de verschijning, de fladderigheid van het jurkje, en zijn kleur. De opties laten zich dan snel aftellen. De menselijke gedaante kan een man zijn of een vrouw. Ik weet niet hoe scherp afgetekend mediamieke visioenen zijn wat betreft leeftijd, maar laten we zeggen dat het kan gaan om een kind, een adolescent of jong-volwassene, een volwassene of een bejaarde. Twee geslachten maal vier leeftijden, dat zijn acht mogelijkheden, nog lang geen vijftienduizend. Aangezien de kleding niet nader werd gespecificeerd dan zijnde fladderend hoeven op dit punt niet meer dan twee opties te worden toegevoegd, namelijk fladderend en niet-fladderend. Tweemaal acht is zestien, nog bijna duizend keer te weinig, en dan zijn we al gul want hoe groot is de kans dat een mannelijke geest in een Engelse pub zich in een fladderend gewaad vertoont? Zo’n genezijder wil toch niet voor een astrale travestiet worden aangezien!

Rest de kleur. Natuurlijk is het aantal nuances daar eindeloos, maar is het aantal kleuren dat een mens spontaan benoemen kan dat ook? Lijkt me niet. Het lijkt me dat we dan al heel, heel erg royaal zijn als we uitgaan van de 216 standaard websafe kleuren. Maal zestien is 3.456, nog steeds bijna vijf keer te weinig om aan die raadselachtige kans van 1 op 15.000 te komen. En dan vergeet ik gemakshalve maar even dat de kleur wit traditioneel met spoken geassocieerd wordt en dus vanzelf al een grotere kans maakt dan andere kleuren om spontaan genoemd te worden door iemand die moet raden naar de kenmerken van een huisspook.

Al met al lijkt me de kans dat de kijker hier bedot wordt ongeveer 1 op 1. Intuïtie en statistiek hebben altijd al een moeizame verhouding gekend.