dinsdag 15 juli 2008

Van grote dingen die voorbijgaan

Gisteren liep ik over het kerkhof dicht bij mijn moeders huis. Ik had daar net mijn pa gedag gezegd toen een diepe, donkere brom hoorbaar werd in de lucht. Nou heb ik wel vaker een vliegtuig gehoord, ook een laagvliegend vliegtuig, maar iets in deze brom zei heel nadrukkelijk "gróót". En dat was het. Tussen de wolkenflarden glipte in en uit zicht het meest enorme vliegende gevaarte dat ik ooit heb gezien, onwerkelijk, als een niet helemaal overtuigend special effect in een dure blockbuster. Even was me vergund naar een vliegtuig te kijken met de ogen van iemand die nog nooit een vliegtuig heeft gezien. Ook al vloog het monster zeker een kilometer boven de grond, je zag het als het ware zwoegen om zijn gewicht in de lucht te houden en te vergeten dat het iets aan het doen was dat moeilijk te geloven is. Zes motoren had het nodig om die daad te stellen, en twee staartvinnen, voor elke staartzijde eentje.

Lang speuren was niet nodig om het beest een naam te geven. Dit was de Antonov An-225. Het grootste vliegtuig ter wereld. Let wel, niet een AN-225, maar AN-225: in heel het wereldluchtruim vliegt er namelijk precies één. En die heb ik gisteren gezien, boven de gemeentelijke begraafplaats van Boxmeer, midden in zijn lange, lome, logge afdeling naar Eindhoven, waar hij materieel ging ophalen voor 'onze jongens' in Uruzgan.