donderdag 1 april 2010

Hersenverlamming

Een paar avonden geleden zat bij Pauw zonder Witteman hoogleraar Cognitieve Neurowetenschap Victor Lamme van de UvA. Er was aan deze meneer weinig professoraals, overigens; Lamme bleek een jolige jongen die een carrière als cabaretier of schlagerzanger is misgelopen. Hij had dolle pret met de verschrikkelijke Inez Weski, bij wie de liefde voor het eigen stemgeluid is ontaard in een ernstige vorm van juridische Gilles de la Tourette. De mondhoeken van tafelgenoot Van Haersma-Buma zonken er nog lager van, en dat kon toch al bijna niet meer. Ook meneer Lamme was vlot van tong, zodat snel duidelijk werd dat wetenschap voor hem vooral een onuitputtelijke bron van hilarische oneliners is. “Balkenende doet pijn aan je brein,” dat soort thuis voorbereide en koppig doorgedrukte lammigheid. (Van H-B’s mondhoeken daalden nog verder). Of neem de titel van zijn recente boek, lekker uitdagend om voldoende mediabelangstelling te verzekeren: De vrije wil bestaat niet.

Het is een notie die populair is onder hersenwetenschappers. Kort geleden nog promoveerde aan de Erasmus Universiteit psychologe Ilse Nijs, die bij monde van de Volkskrant liet weten dat dikke mensen er ook allemaal niks aan kunnen doen – hun hersenen sturen nu eenmaal onbewust hun ongezonde eetgedrag aan.

Die stoute hersenen toch! Een paar maanden terug echter had mijn werkgever een leuk dagsymposium georganiseerd rond het thema hersenen en vrije wil. Daar sprak cognitiefilosoof Marc Slors, die zich discreet vrolijk maakte over dit neurofysiologisch zondebokdenken. Omdat we tegenwoordig iedereen door de scanner kunnen halen doen we dat te pas en te onpas. En verhip: dingen die mensen doen, zeggen en voelen blijken verband te houden met bepaalde activiteit in de hersenen.

Alsof we dat niet al lang wisten.

Àl ons gedrag houdt verband met activiteit in de hersenen, dat is geen nieuws. Wanneer een correlaat in het brein reden is om mensen van hun verantwoordelijkheid te ontslaan, dan zijn we allemaal, altijd ontoerekeningsvatbaar. Zo ver gaan we dus liever maar niet – zelfs, naar ik begrijp, meneer Lamme niet. Maar door terug te wijken voor dit ultieme materialisme (of is het cynisme?), en de verontschuldiging van de hersenen alleen in bepaalde situaties aan te voeren, belanden we, merkte Slors scherpzinnig op, in een ander probleem. Soms doen we kennelijk dingen zelf, en soms doen onze hersenen het. Dat is ouderwets dualistisch denken. Ons brein krijgt de zwarte piet toegespeeld wanneer ons gedrag ons niet bevalt. “Ik heb het niet gedaan, mijn hersenen hebben het gedaan.” Ik wil wel afvallen, maar mijn hersenen pakken elke keer weer die kroket. We zijn terug bij de goedwillende homunculus die wanhopig probeert een eigenwijze (en zondige) machine te besturen.

Hoogleraar strafrecht Ybo Buruma maakte het verhaal mooi af. Voor de rechtspraak is het helemaal niet interessant of de vrije wil wel of niet bestaat, zei hij. We postuleren hem gewoon, want we hebben hem nodig om recht te kunnen spreken. Kijk, dat lijkt mij nou een mooi voorbeeld van goed werkende, gezonde hersenen.