zaterdag 24 januari 2009

I have a dream

Hij versprak zich. Dat was mooi. In het middelpunt van heel dat gelikte circus, die culminatie van het obsessieve vlagvertoon dat een jonge natie verraadt die diep onzeker is over zijn collectieve identiteit, stond een mens van vlees en bloed.

Ook mooi was het subtiele lijntje dat er liep van “It’s a gift to be simple, it’s a gift to be free” in Williams' wide open spaces gelegenheidskwartet, zo met verve geplaybackt door Ma en consorten, naar de slotzin van de rede, waar dat geschenk van vrijheid de toekomst in gedragen wordt. Even heb ik me overigens afgevraagd of er een nog subtielere, minder blijde boodschap verborgen was in dat muziekstuk, of het toeval was dat de merkwaardige bezetting precies dezelfde was als die van Messiaens kwartet voor het Einde der Tijden.

Mooist van alles wat het hoedje van Aretha Franklin.

Minder mooi was het onvermijdelijke reli-bombardement. Een dominee vooraf, een dominee achteraf, en tussenin een versgebakken, so help me god, president die met zijn gedragen spreekstijl en waarschuwende vingertjes ook al aan een prekende TV-dominee doet denken. Een onmiskenbaar heel verstandige man die niettemin een fabelfiguur om zijn zegeningen smeekt en de volgende ochtend nog maar eens een keer met de hele familie in de kerk neerstrijkt. Het was één stapje vooruit dat hij in zijn opsomming van levensbeschouwelijke groepen ook de nonbelievers meenam, maar tegelijk viel daardoor te meer op dat degene die niet in sprookjes gelooft nog altijd alleen maar bestaat als het tegendeel van degenen die dat wel doen – ongelovige, atheist. Het wordt tijd dat we dat omkeren; als we bijvoorbeeld voortaan eens spraken van realisten en arealisten? Of nuchteren en ontnuchterden?