In het cellofaantje met spam dat wekelijk op mijn deurmat valt, omdat ik zo’n ja/nee sticker zo lelijk vindt op mijn netgeschilderde voordeur, prijkte, alweer een weekje of zo geleden, een fleurig foldertje waarvan het omslag was verlevendigd met behartenswaardige aanmaningen zoals “Levensbelang” en “BELANGRIJK!”. Dat gooi ik natuurlijk niet zomaar weg. Daar ben ik eens goed voor gaan zitten. Ik was meteen al onder de indruk. Het omslag van het pamfletje moet ontworpen zijn door iemand die voor het eerst de vreugdes van Photoshop heeft ontdekt en zich daar eens lekker in heeft laten gaan. Schaduwen, contourlijntjes, cut-outs en vier verschillende lettertypen hebben een waarlijk duizelingwekkend ensemble opgeleverd, dat draait om een groot vraagteken. Het vraagteken van de vraag waar jij in gelooft, evolutie of schepping.
Wat een rare vraag. Het principe van de evolutie is inmiddels zo rijkelijk met bewijzen onderbouwd dat je moeilijk meer kunt zeggen dat daar iets aan te geloven valt. Maar, zo blijkt al snel, dit opwindende foldertje is er geheel belangeloos op gericht de misleide lezer duidelijk te maken dat niets minder waar is. Het volgt het voorbeeld van een grote menigte wanhopige wichelroedelopers, UFO-ontvoerden, handopleggers, spokenjagers, duiveluitdrijvers, metamorfosemassagetherapeuten en andere brave beroepsbeoefenaren die stuklopen tegen de muur van de wetenschap, en daarom pogen om die muur heen te lopen door te verklaren dat wetenschap ook maar een geloof is. In de rechterbenedenhoek van het omslag lezen we “Jaargang 1, nr. 1”, zodat we ons er kennelijk op kunnen verheugen de onderbouwing van deze gedachte gedurende meerdere jaren meermaals per jaar uiteengezet te krijgen. Hoezee.
Maar serieus. Creationisten die de wapenen van de wetenschap ter hand nemen om de wetenschap te bestrijden, dat is toch van een schattige potsierlijkheid; met name omdat ze van die wapenen alleen schadeloze miniatuurversies weten te hanteren, een beetje zoals kinderen die met plastic zwaardjes de koene ridder uithangen. Er wordt uit dat kleurige foldertje niet bijster veel duidelijk. Helaas blijkt de inhoud ongeveer net zo confuus als het grafisch ontwerp. Maar wat na lezing beslist buiten kijf staat is dat de auteurs ervan bar weinig kaas hebben gegeten van wetenschap.
Het begint al meteen goed. Als Punt 1 wordt ons duidelijk gemaakt dat wat we zien alleen maar bepaald wordt door wat we willen zien. De implicatie daarvan lijkt te zijn dat als we geen zin hebben om in god de schepper te geloven, we daardoor evolutieprincipes gaan zien. Dat die principes haarfijn ondersteund worden door allerhande bewijzen die creationisten net zo duidelijk waarnemen als de meest hardline Darwinist, zoals verderop in de folder blijkt, vergeten de auteurs gemakshalve maar even. Wat we zien wordt blijkbaar toch in belangrijke mate bepaald door onze ogen. Het belangrijkste verschil tussen creationisten en bonafide wetenschappers is dat de eersten fluks ophouden met kijken wanneer dat wat ze zien niet meer in hun straatje past.
Na deze opwarmer volgt nogal out of the blue de vraag: ‘Wie is God?” Maar ja, god komt ook out of the blue. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat de lezer zometeen over God dezelfde vervelende vragen gaat stellen zoals die in de folder over evolutie worden gesteld. Daarom wordt ons uitgelegd dat wij god niet kunnen begrijpen, evenmin als een schilderij de schilder kan begrijpen. God is hors concours. Evolutie moet bewezen worden, maar god hoeft je alleen maar te poneren, waarna je hem op je gemak niet kunt gaan zitten begrijpen. Dacht u in bijbelse kringen toch wel eens wat vernomen te hebben over god de vader en wij zijn kinderen, geschapen naar zijn evenbeeld en met een vrije wil, blijkt u er toch mooi naast te zitten. U bent een olieverfje van de Grote Zondagsschilder in de hemel. Dus dicht die grote mond en rap terug in uw lijst!
Vanuit die kalmerende positie kunt u dan reflecteren op het derde wijsgerige item in deze nu al overdadig rijke folder, die u zomaar hartstikke crisisvriendelijk helemaal gratis aangeboden hebt gekregen. Wij leren dat wetenschap in twee soorten te onderscheiden is, technisch en historisch. Resultaten uit technische wetenschappen zijn herhaalbaar in het heden en de toekomst; historische wetenschappen gaan alleen maar over interpretatie van wat vroeger is gebeurd en kunnen niets met zekerheid zeggen. De schrijvers lijken hier jammer genoeg enigszins beduizeld te raken door hun eigen genialiteit. Want kijk, kindertjes in Zweden mogen misschien heel anders tegen Noormannen aankijken dan Nederlandse kindertjes, ze zijn het er toch heus samen over eens dat die Noormannen hebben bestaan (het getuigt overigens van groot en lovenswaardig cultureel optimisme dat de schrijvers veronderstellen dat moderne kindertjes überhaupt een mening hebben over Noormannen, of weten wat dat zijn). Helemaal los van persoonlijke smaak, en een enkele balsturige bisschop daargelaten weten we van nogal veel dingen in het verleden nogal zeker dat ze echt gebeurd zijn.
Maar het is nog erger. Evolutie herhaalt zich in het heden en in de toekomst, en wie niet het geduld heeft te wachten op de resultaten kan het proces in het laboratorium gadeslaan bij zich snel vermenigvuldigende wezens als bacteriën. Dat deed William Dallinger al in de jaren tachtig van de 19de eeuw. Niet alleen beweert ons mooie pamfletje onzin over historische wetenschap, evolutieleer ìs helemaal geen historische wetenschap en is vele malen onder experimentele condities bevestigd.
Het ragfijn spel van onze stichters is daarmee echter lang niet uitgespeeld. Zij gooien nu zonder pardon de Tweede Wet van de Thermodynamica in de strijd. Dingen waar je niks aan doet ontaarden in rotzooi, en als je orde wilt behouden of laten ontstaan moet je daar energie in steken. Omdat de lezer zich aanmatigt te denken dat hij de schrijvers nog steeds kan volgen verwacht die hier een wending in de richting dat al het diep geordende schoons in de natuur nooit spontaan kan zijn ontstaan en een sturende meesterhand nodig had. Maar dit creationistische troetelkind, met stip op één in de kill your Darwins hitparade, komt in het foldertje helemaal niet voor. We vermoeden dat het zorgvuldig wordt bewaard voor jaargang 12, nummer 17. Nee, hier wordt, zij het via een wel erg korte bocht (“klein diertje, vis, muis, aapmens”), weergegeven wat evolutie inhoudt en afgesloten met de constatering dat volgens evolutieleer de daarvoor benodigde energie van de zon kwam.
Uhm, ja. Dat klopt. En nou...? Enigszins verbaasd kijkt de lezer op van zijn lectuur. Verraden onze Urker broeders zich hier als cryptodarwinisten? Of zijn ze overvallen door een moment van spontane ordening, een toevallige flits van daadwerkelijk begrip van evolutie?
Het zal een raadsel blijven, tenzij men natuurlijk in jaargang 23, nummer 47, nog op deze intrigerende kwestie terug gaat komen. Het maakt niet uit, de lezer wordt alweer meegetorst door de volgende golf van diepzinnigheid, en het wordt echt menens, want nu komen “een paar feiten.” Het feit, bijvoorbeeld, dat er fossielen worden gevonden van dieren die we in diezelfde vorm ook nu nog kennen. Dat klopt niet met evolutie want evolutie betekent immers dat soorten zich steeds ontwikkelen, zo kraaien de schrijvers in een welgeslaagde demonstratie van religieus zwart-wit absolutisme. Maar anders dan god schrijft de evolutie geen 'gij zult' voor. Soorten passen zich aan en verbeteren zich in relatie tot hun leefomgeving. Als geen selectiewinst meer te halen is kan een soort lange tijd bijna onveranderd voortbestaan. Da’s een enge kleur voor onze Urker broeders: grijs.
Maar de aardlagen dan, roepen zij haastig. Er wordt beweerd dat de oudste fossielen in de oudste aardlagen worden gevonden, en dus voorlopers zijn van latere vormen. Edoch, broeders en zusters! “Er is ook een andere theoretische verklaring mogelijk.” Ik dacht dat we het over feiten hadden, maar goed, een mooie theorie is nooit weg. Zeker niet als die bestaat uit een magnifieke catastrofe die alle bestaande dieren allemaal tegelijk precies in die mooie laagjes heeft gesorteerd die de geologen nu aantreffen. Onze schrijvers gaan helemaal los in het schilderen van deze mondiale ramp, Discovery Channel is er niks bij, ze zijn hier duidelijk in hun element: “Aardbevingen, vulkaanuitbarstingen, overstromingen, aardverschuivingen enz.” Vooral dat “enz.” is wel stoer – die Bijbeljongens hebben altijd al met achteloos gemak gegrossierd in catastrofes, en voor een zondvloedje hier of een wereldbrandje draait de Lieve Heer zijn hand natuurlijk niet om, die vindt het heerlijk zijn schepselen zo op zijn tijd eens lekker te treiteren. Niettemin zou het wel netjes zijn geweest als onze creationistische brigade even had vermeld over welke dramatische, wereldwijde catastrofe het hier precies gaat, en in welk Bijbelvers we er naders over kunnen lezen. Al was het maar om het mysterie op te helderen waarom nou net de vissen als een van de eerste soorten werden bedolven, terwijl die toch voor alle genoemde vormen van rampzaligheid tamelijk onkwetsbaar zijn. Ja, als de schrijvers ons dat genoegen hadden gedaan, dan hadden we ze voor deze keer misschien wel de omissie vergeven van het feit dat we sinds de uitvinding van radiometrische datering tamelijk precies kunnen vaststellen hoe oud de verschillende aardlagen zijn. Jammer van die mooie catastrofe, maar helaas niet even oud.
Nu we het einde van ons adembenemende leesuurtje naderen lijken onze koene missionarissen toch wat beteuterd te zijn geraakt door al dat lastige verweer. Hun laatste pijlen zwadderen verdwaald langs het firmament. Ze klagen over bomen die door meerdere geologische aardlagen heensteken, terwijl “de evolutietheorie veronderstelt dat de aardlagen gedurende miljoenen jaren gevormd zijn.” Het is beslist sympathiek dat de evolutietheorie hier zo’n wijds bereik wordt toegedicht, maar tot op heden zegt ze helaas helemaal niets over de vorming van aardlagen – daar gaan de geologen over. Ja maar, ja maar! In schoolboeken worden kinderen bedot met vervalste tekeningen van dierlijke en menselijke embryo’s om ze te laten geloven dat die er in het begin allemaal ongeveer hetzelfde uitzien. - Da’s dan niet zo mooi. Maar zelfs als het waar is dat sommige schoolboeken nog de achterhaalde tekeningen van Haeckel bevatten (de schrijvers doen, zoals het doorgewinterde niet-wetenschappers betaamt, niet aan bronverwijzing) zegt dat natuurlijk in het geheel niets over de geldigheid van evolutieleer, hoogstens over een onderontwikkeld arbeidsethos bij sommige schoolboekenmakers. Met deze uitsmijter maakt onze relibrigade de cirkel niettemin mooi rond. Net als aan het begin verraadt zij zich wederom als een kenmerkend specimen van haar soort. Paranoïde theorieën waarin de hele wereld er op uit is de boel te bedotten en de werkelijkheid te verdoezelen zijn helemaal de rigueur in bovenwereldlijke kringen. Zoals de waard is vertrouwt hij zijn gasten, nietwaar.
In de conclusie wordt stoom afgeblazen met een snelle herhaling van eerdere dwalingen. Maar door en door welgemanierd blijven onze bekeerders tot het bittere eind: “U of jij hebt een keuze” - je mist alleen nog, ‘doorhalen wat niet van toepassing is'. “Geloven wat de evolutietheorie vertelt over de wordingsgeschiedenis van de mens, of geloven wat er in de Bijbel staat.” En dan komt de aap uit de mouw. Onder al hun stichtelijk vertoon verraden onze Urkenaren zich als onvervalste hedonisten, ze lijken haast wel katholiek. Want waarom verkiezen ze het geloof in god? Gewoon, omdat het fijn is! Dan krijg je tenminste licht verteerbare antwoorden op de vragen waar we vandaan komen, waarom we hier zijn en waar we heen gaan als we sterven. De wetenschap beantwoordt die vragen natuurlijk net zo goed, maar wel een stuk minder aangenaam. Onze broeders zijn even lui als die schoolboekenmaker van daarnet, daar komt het op neer. Maar misschien nog net iets dommer. Hoe dom precies, overtuigt u zich daar zelf maar van, dat kan hier. Met gratis Johannesevangelie!
maandag 9 maart 2009
Urker almanak
Gepost door Martien op 21:27
Labels: Geloof en bijgeloof, Wetenschap
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)